Brugklas tips voor ouders en kind.

Gaat jouw kind binnenkort naar de brugklas? Een grote stap! Een nieuwe klas, vaak een grote school, andere vakken, meer huiswerk en veel verschillende docenten. Hier enkele praktische brugklas tips om ervoor te zorgen dat de overgang naar de middelbare school soepel verloopt.

Tip 1: voorbereiding in de vakantie 

Het is handig om in de laatste weken voordat je kind naar de brugklas gaat, een fijne leeromgeving te organiseren: een rustige eigen plek, de boeken gekaft en studiebenodigdheden, zoals agenda, etui, pennen en potloden, in huis.

Tip 2: zorg voor een positieve werksfeer 

Het is belangrijk dat huiswerk vanaf het begin een gewoonte wordt, ook al is het nog niet zoveel.

Overleg samen met je kind welke tijd het meest geschikt is om aan de slag te gaan. Zo voorkom je uitstelgedrag. Heeft jouw kind hulp nodig? Kies dan voor een moment waarop je als ouder echt tijd voor jouw kind kunt reserveren.

Tip 3: rustige leeromgeving

Huiswerk maken, gaat het beste in een rustige omgeving. Op een vaste plek komt jouw kind sneller in de ‘huiswerkstand’. Dat kan aan tafel in de woonkamer of op de eigen kamer.

Bespreek met jouw kind waar de voorkeur naar uitgaat. Belangrijk daarbij is dat er zo min mogelijk afleiding is. Maak daarom afspraken over telefoon, laptop, tv en andere afleiding.

Tip 4: huiswerk en het 5-stappenplan

Vindt jouw kind het lastig om met het huiswerk aan de slag te gaan? Probeer dan het 5-stappenplan. Dit is een goede methode om samen aan te leren. Na verloop van tijd kan je kind er zelf mee aan de slag.

• Schoolagenda: leer je kind nooit zomaar te beginnen. In de agenda staat wat er moet gebeuren voor de volgende dag. Eerst kijken, dan aan de slag. Maak dagelijks een planning: wat doe ik eerst, wat erna?
• Huiswerk maken: kinderen vinden het vaak prettig eerst met doewerk te beginnen en dat is prima. Zorg wel voor afwisseling. Na een portie doewerk weer wat leerwerk en zo verder.
• Lessen leren en controleren: als je kind naar de brugklas gaat, kan iets leren in het begin lastig zijn. Het begint met de tekst goed door te lezen en te kijken of je alles snapt. Moeilijke woorden opzoeken, een samenvatting, schema of mindmap maken helpt. Kent jouw kind de stof? Na het leren is het belangrijk dat je kind zichzelf leert controleren. Bijvoorbeeld door aan jou of zichzelf te vertellen waar de les over gaat. Voor de talen zijn er veel overhoormogelijkheden op internet.
• Leren plannen: leer jou kind vragen stellen die helpen bij het plannen. Zoals: hoeveel tijd heb ik vandaag? Heb ik afspraken buiten de deur? Heb ik binnenkort een toets? Het is goed daar al een paar dagen eerder mee te beginnen. Liever 3 keer 10 minuten oefenen, dan 1 keer 30 minuten. Zijn er opdrachten die pas over een paar dagen klaar hoeven te zijn, maar nu al gemaakt kunnen worden? Het is fijn om af en toe vooruit te werken.
• Afsluiten:  is het huiswerk af? Laat je kind altijd de agenda controleren en afvinken, het bureau leegmaken en de schooltas voor de volgende dag inpakken om weer goed voorbereid de volgende schooldag in te gaan.

Tip 5: afronding

Behalve een startmoment is het ook goed een eindmoment af te spreken. Hoe lang jouw kind voor het huiswerk nodig heeft verschilt per dag. Bovendien heeft het ene kind meer tijd nodig dan het andere. Maar na verloop van tijd valt redelijk in te schatten wat de gemiddelde huiswerktijd is.

Tip 6: help bij ontspanning

Huiswerk is belangrijk, maar ontspanning ook. Help daarom in het begin bij het plannen, zodat je kind juist tijd overhoudt om te sporten, met vrienden te chillen of iets anders kan doen voor de ontspanning.

Tip 7: kennismaking of startgesprek van de school

Als het goed is, nodigt de mentor van de brugklas al kort na de start de ouders uit voor een eerste kennismaking. Vaak is dat met alle ouders van de klas, maar steeds meer met een individueel startgesprek tussen mentor, ouders en leerling.

Het is aan te raden deze te bezoeken. Daar hoor je het beleid van de school en welke aanpak van het huiswerk de school aanbeveelt. Ook kun je als ouder in dit gesprek bijvoorbeeld aangeven wat de mentor over jouw kind zou moeten weten.